Hans Groenendijk neemt na tien jaar afscheid van het 48 Hour Film Project Rotterdam. Dat maakt de organisatie vandaag bekend. Hij wordt later dit jaar opgevolgd door Marc Eikelenboom, die de competitie als deelnemer twee keer wist te winnen in Rotterdam.

Rotterdammer Groenendijk (40) haalde het project in 2011 naar de Maasstad, waarna het uitgroeide tot een succesvol evenement met jaarlijks honderden deelnemers en bezoekers. Onder zijn wedstrijdleiding kwamen meer dan driehonderd korte films tot stand, waarvan er tientallen terecht kwamen op grote festivals, waaronder het Nederlands Film Festival, het Internationale Film Festival Rotterdam en het Internationale Film Festival van Cannes.   

Ook slaagde Groenendijk erin Filmapalooza naar Rotterdam te halen. Deze jaarlijkse wereldfinale van het 48 Hour Film Project vond in 2020 eenmalig in de Maasstad plaats, vlak voor de uitbraak van het coronavirus. Honderden internationale filmmakers bezochten de stad met hun winnende film. De prijsuitreiking vond plaats op het SS Rotterdam en werd in meer dan veertig landen live gevolgd.

Hans Groenendijk zegt over zijn vertrek het volgende: ,,Het 48 Hour Film Project heeft in Rotterdam echt iets wezenlijks betekent voor de filmsector en voor de carrières van heel veel getalenteerde acteurs, actrices en filmmakers. Dat is iets waar ik ongelofelijk trots op ben. Na tien succesvolle jaren voelt het goed om positief af te sluiten en de wedstrijd in goede handen achter te laten.”

Co-producer en mede-initiator Jasper Joosten blijft wél aan de wedstrijd verbonden. Hij zal gaan samenwerken met Marc Eikelenboom. De 50-jarige Schiedammer wist in 2016 en 2019 het 48 Hour Film Project Rotterdam als regisseur te winnen met de films Underdog en Garbage. Hij staakt dus zijn carrière als deelnemer en vervolgt deze als organisator.

Marc Eikelenboom zegt: ,,Ik heb in verschillende steden deelgenomen aan het 48 Hour Film Project en meerdere wereldfinales bezocht. De Rotterdamse editie wordt internationaal echt gezien als de top. Zowel de organisatie als het deelnemersveld zijn ijzersterk. Ik vind het een eer om die kwaliteit na te blijven streven en waar mogelijk te verbeteren. Dat is goed voor de stad, goed voor de sector en goed voor de filmmakers.”